Sociale zekerheid – Ziekenfonds – Gerechtigde – Verhoogde verzekeringstegemoetkoming

In arrest nr. 197/2019 van 5 december 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat art. 126 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, de artt. 10 en 11 Gw. schendt. Door te verhinderen dat de kinderen van gescheiden ouders die bij beide ouders gelijkmatig gehuisvest zijn, t.a.v. beide ouders als persoon ten laste worden ingeschreven, heeft de in het geding zijnde bepaling tot gevolg dat voor slechts één van beide ouders de kinderen in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van de inkomensgrens voor de toekenning van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming. Dat onverantwoorde verschil in behandeling vindt evenwel zijn oorsprong niet in de in het geding zijnde bepaling, maar in de ontstentenis van een wetsbepaling die toelaat rekening te houden met de last die daadwerkelijk door elke ouder wordt gedragen.

p 960 | 197/2019 | | Grondwettelijk Hof