Sociale zekerheid – Kinderbijslag – Overgangsregeling – Vertrouwensbeginsel – Standstill-verplichting

Met de arresten nrs. 195/2019 en 198/2019 van 5 december 2019 verwerpt het Grondwettelijk Hof de beroepen tot vernietiging tegen het Vlaamse en het Waalse decreet tot hervorming van het gezinsbijslagsysteem. Het is niet discriminerend dat de nieuwe regeling alleen van toepassing is op kinderen die zijn geboren vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe gezinsbijslagsysteem. Het Hof oordeelt voorts dat het Vlaamse decreet geen aanzienlijke en onverantwoorde achteruitgang inhoudt van het niveau van bescherming van het recht op gezinsbijslag. Dat geldt ook voor gezinnen die onder het oude én het nieuwe systeem vallen. Ook al zouden de gevolgen van dat decreet voor die gezinnen als een betekenisvolle achteruitgang worden beschouwd, dan nog zou die achteruitgang volgens het Hof gerechtvaardigd zijn. De decreetgever wilde er immers voor zorgen dat de kinderen die zijn geboren vóór de inwerkingtreding van de nieuwe reglementering, na de hervorming geen lagere bijslagen ontvangen, rekening houdend met de budgettaire impact ervan. Tegelijk is het moeilijk om in de praktijk te voorzien in een overgangsregeling die voor elk gezin op elk ogenblik de meest voordelige reglementering waarborgt.

p 960 | 195/2019 | | Grondwettelijk Hof