Erfrecht – Vruchtgebruik van de langstlevende echtgenoot – Omzetting – Fictieve leeftijd

Krachtens art. 745quinquies, ยง 3 BW wordt de langstlevende echtgenoot, wanneer hij of zij tot de nalatenschap komt met afstammelingen uit een vorige relatie en de omzetting wordt gevorderd door een van de partijen, geacht ten minste twintig jaar ouder te zijn dan de oudste afstammeling uit een vorige relatie. In het arrest nr. 66/2019 van 16 mei 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat die bepaling geen schending inhoudt van de artt. 10 en 11 Gw., gelezen, in samenhang met de artt. 8 en 14 EVRM en met art. 1 van het Eerste Protocol bij dat Verdrag. De bepaling strekt ertoe de kinderen uit een vorig huwelijk van de eerststervende te beschermen tegen de uitholling van de eigendom door kapitalisering van het vruchtgebruik.

p 119 | 66/2019 | | Grondwettelijk Hof