Sociale zekerheid – RSZ – Invordering van niet-betwiste schuldvorderingen – Veralgemeend gebruik van dwangbevel

Met het arrest nr. 49/2019 van 4 april 2019 vernietigt het Grondwettelijk Hof art. 40 van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, zoals het werd vervangen bij art. 4 van de wet van 1 december 2016, in zoverre het niet voorziet in een procedure die voorafgaat aan het verlenen van een dwangbevel en die bepaalde waarborgen bevat. Het Hof vernietigt eveneens art. 40, § 5, tweede lid, van dezelfde wet van 27 juni 1969, zoals het werd vervangen bij art. 4 van de voormelde wet van 1 december 2016, in zoverre het niet toelaat dat het verzet tegen een dwangbevel wordt gedaan door middel van een verzoekschrift op tegenspraak en in zoverre het bepaalt dat het verzet moet worden gedaan binnen vijftien dagen te rekenen vanaf de betekening van het dwangbevel. Het Hof handhaaft definitief de gevolgen van de dwangbevelen die zouden zijn uitgevaardigd vóór de datum van de publicatie van dit arrest in het Belgisch Staatsblad.

p 1720 | 49/2019 | | Grondwettelijk Hof