Verjaring – Korte verjaring – Rechtsvordering energieleverancier – Distributienetbeheerder – Openbaredienstverplichting

Art. 2272 BW voert een korte verjaringstermijn van één jaar in voor sommige rechtsvorderingen, waaronder die van kooplieden, wegens de koopwaren die zij verkopen aan personen die geen koopman zijn. Die bepaling wijkt af van art. 2262bis BW, op grond waarvan alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar. In het arrest nr. 42/2019 van 14 maart 2019 oordeelt het Grondwettelijk Hof dat, aangezien de korte verjaringstermijn in essentie ertoe strekt het handelsverkeer vlotter te laten verlopen, het daaruit voortvloeiende onderscheid tussen kooplieden die energie leveren aan huishoudelijke consumenten (commerciële leveranciers) en opdrachthoudende verenigingen die energie leveren aan huishoudelijke consumenten in het kader van een openbaredienstverplichting (sociale leveranciers, die geen kooplieden zijn) en hun respectieve schuldenaars, niet zonder redelijke verantwoording is.

p 1480 | 42/2019 | | Grondwettelijk Hof