Omschrijving
Nationaal register professionele bewindvoerders uitgesteld
Jaargang
2025 - 2026 (89)
Pagina
202
Auteur(s)
D. Scheers
Trefwoorden

BEWIND

BEWIND / Bewindvoerder

Bijkomende informatie

Actualiteit

Coördinatie: Vincent Sagaert en Dirk Scheers

Nationaal register professionele bewindvoerders uitgesteld

Door de wet van 8 november 2023 betreffende het statuut van bewindvoerder over een beschermde persoon werd, onder meer, een nationaal register voor professionele bewindvoerders ingesteld. Het gaat om een geïnformatiseerde databank met een lijst van alle personen die voldoen aan de voorwaarden die de wet stelt om aangewezen te worden tot professionele bewindvoerder. De wet zou in werking treden op 1 september 2025 en het register zou alle gegevens moeten bevatten ten laatste op 1 juli 2026 (zie: Scheers D., «Wie is er bang van de (professionele) bewindvoerder?», RW 2024-25, 483). Van zodra het register in werking treedt, kan een vrederechter enkel nog iemand als professioneel bewindvoerder aanduiden wanneer deze in het register is opgenomen.

Het feit dat het om a geïnformatiseerde databank gaat, deed bij het uitkomen van de nieuwe wet de wenkbrauwen al fronsen. Informatica en justitie zijn immers niet de dikste vrienden en het leek wel heel erg ambitieus om het register in werking te laten treden op 1 september 2025 met 1 juli 2026 als datum waarop alle gegevens erin verwerkt zouden zijn. Het register is nog helemaal niet klaar en dus wordt de inwerkingtreding van de wet van 8 november 2023 uitgesteld naar 1 september 2027. Meteen twee jaar uitstel, want uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat er nog helemaal niets is gebeurd aangaande het register. De datum waarop elke professionele bewindvoerder opgenomen moet zijn in het register, is nu bepaald op 1 juli 2028. De erkende theoretische vorming als voorwaarde om als professionele bewindvoerder te fungeren, wordt pas van toepassing op 1 januari 2029.

Wat wel in werking treedt op 1 september 2025, is de afschaffing van artikel 497/1 oud BW. In dat artikel was bepaald dat de Koning een beperking kon opleggen aan het aantal bewindvoeringen dat een bewindvoerder kon behandelen. In die mogelijkheid tot beperking werd al langer voorzien. Ze was ingegeven door de gedachte dat een professioneel bewindvoerder niet meer goed kon functioneren wanneer hij te veel dossiers moest beheren. Wat te veel was, zou de Koning dan bepalen. Nu bevat de wet van 8 november 2023 voldoende garanties dat een bewindvoerder zou kunnen worden gecorrigeerd wanneer hij te veel dossiers zou beheren en daardoor zijn taak niet naar behoren zou vervullen.

Ook het nieuw ingevoerde lid in artikel 1244/1 Gerechtelijk Wetboek treedt in werking op 1 september 2025. Het gaat om de bepaling die inhoudt dat de advocaat-bewindvoerder niet de advocaat kan zijn van de beschermde persoon. Zelfs de medewerkers van die advocaat-bewindvoerder en de advocaten die werken in dezelfde organisatie of met dezelfde materiële structuur of vereniging of vennootschap, mogen dat niet. Er kan geen twijfel over bestaan dat de bewindvoerder niet de advocaat is van de beschermde persoon en dus in principe niet zijn raadsman kan zijn. Een en ander kan toch niet beletten dat een advocaat-bewindvoerder voor de beschermde persoon verschijnt in, bijvoorbeeld, een huurzaak en zo de belangen van de beschermde persoon gaat behartigen. Nochtans is de wet vrij duidelijk en wordt er weinig ruimte gelaten om pragmatisch te handelen. Er is natuurlijk steeds de mogelijkheid dat de beschermde persoon rechtsbijstand geniet of een beroep kan doen op tweedelijns juridische bijstand, maar er zal toch op gelet moeten worden dat een en ander de werking van het bewind niet nodeloos gaat verzwaren. Hopelijk wordt er vanuit de kant van de rechter enigszins pragmatisch opgetreden, zodat een bewindvoerder toch de kans krijgt in een eenvoudige zaak op te treden voor zijn beschermde persoon. De bewindvoerder treedt dan immers op als bewindvoerder van de beschermde persoon, en niet als raadsman van de beschermde persoon.

Verder gaan we nu kijken of er effectief middelen zullen worden vrijgemaakt om het statuut van de professionele bewindvoerder verder uit te werken via het register en in hoeverre de doelstellingen van de wet van 8 november 2023 wel echt ernstig worden genomen.

Dirk Scheers