Actualiteit
Coördinatie: Vincent Sagaert en Dirk Scheers
Het ontslagdecreet vernietigd door het Grondwettelijk Hof: wat met de werking in de tijd van het arrest?
Bij arrest nr. 85/2025 van 5 juni 2025 heeft het Grondwettelijk Hof het Vlaamse decreet van 16 juni 2023 «tot wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, wat betreft de beëindiging van de hoedanigheid van het statutaire personeelslid» vernietigd. Dat ontslagdecreet had de regeling met betrekking tot het einde van de arbeidsovereenkomsten, zoals uitgewerkt in de wet van 3 juli 1978 «betreffende de arbeidsovereenkomsten», van toepassing verklaard op de beëindiging van de hoedanigheid van de statutaire personeelsleden van de provinciale en lokale besturen. Een ontslag van ambtswege kon niet meer worden aangevochten voor de Vlaamse Beroepscommissie voor Tuchtzaken en vervolgens - tegen de beslissing van die Beroepscommissie - bij de Raad van State. De arbeidsrechtbanken en -hoven waren bevoegd gemaakt om zich uit te spreken over de geschillen daarover.
De vernietiging van het ontslagdecreet is in essentie gesteund op het feit dat een statutair personeelslid van een provinciaal of een lokaal bestuur, in geval van een onrechtmatige beëindiging van zijn tewerkstelling, niet langer aanspraak kon maken op de re-integratie in zijn vroegere functie. Dat maakte volgens het Grondwettelijk Hof een aanzienlijke vermindering van het bestaande beschermingsniveau uit. Dienvolgens werd een schending van het standstillbeginsel zoals vervat in artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet vastgesteld. Het gevolg van deze uitspraak is alvast dat ambtenaren die gezagsfuncties uitoefenen, opnieuw de bescherming verkrijgen van re-integratie wanneer zij onterecht werden ontslagen. Het was namelijk niet uitgesloten dat het voor een lokaal bestuur interessant was om een «moeilijke» ambtenaar te ontslaan en om met de glimlach de ontslagvergoeding te betalen bij een veroordeling door het arbeidsgerecht, want het bestuur was hoe dan ook verlost van die ambtenaar. Nu zal de ambtenaar kunnen terugkeren naar zijn positie na een vernietiging van zijn ontslag door de Vlaamse Beroepscommissie voor Tuchtzaken. Hierdoor wordt de onafhankelijkheid van de ambtenaar met een gezagsfunctie opnieuw gewaarborgd.
Het Hof heeft wel de gevolgen van het vernietigde ontslagdecreet gehandhaafd tot de datum van uitspraak van het vernietigingsarrrest. Het decreet was namelijk in werking getreden op 1 oktober 2023 en sindsdien hadden verscheidene provinciale en lokale besturen statutaire personeelsleden ontslagen met toepassing van de bij dat decreet ingevoerde regeling, waarover mogelijk reeds gerechtelijke procedures bij de arbeidsgerechten hangende of zelfs afgerond zijn. Die besturen konden ervan uitgaan, aldus het Grondwettelijk Hof, dat de tewerkstelling van het betrokken personeelslid definitief was beëindigd en dat zij in geval van een betwisting in rechte hoogstens nog een financiële vergoeding zouden zijn verschuldigd, zodat zij in voorkomend geval onmiddellijk in de vervanging van het ontslagen personeelslid konden voorzien.
Wanneer een ontslag werd gegeven vóór de datum van vernietiging van het ontslagdecreet, dan blijft de - om het misschien met wat te simpele bewoordingen uit te drukken - «contractuele opvatting» van toepassing, met alle gevolgen daaraan gekoppeld (waaronder de verplichting om de procedure bij de arbeidsrechtbank te doorlopen, want de besturen mochten het standpunt zijn toegedaan dat ze de ontslagen ambtenaar niet meer in dienst zouden moeten nemen). Vanaf 6 juni is de «statutaire opvatting» van toepassing, want besturen weten vanaf dat moment dat zij wél kunnen worden geconfronteerd met een mogelijke herindiensttreding, wat inhoudt dat de Vlaamse Beroepscommissie voor Tuchtzaken en de Raad van State opnieuw bevoegd zijn.
Kortom, het tijdstip waarop ontslag werd gegeven bepaalt de te volgen beroepsprocedure. Dit wil zeggen dat de arbeidsrechtbanken en -hoven bevoegd blijven om zich uit te spreken over de ontslagen op grond van het ontslagdecreet als het statutaire personeelslid werd ontslagen in de periode van 1 oktober 2023 tot en met 5 juni 2025.
Frederic Eggermont
Deeltijds docent Vrije Universiteit Brussel
Plaatsvervangend voorzitter Vlaamse Beroepscommissie voor Tuchtzaken